Uk en Puk

Wij werken met het programma Uk en Puk. Uk & Puk is een totaalprogramma voor kindercentra, voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Door actief bezig te zijn en lekker te spelen, ontwikkelen baby's, dreumesen en peuters zich breder en sneller. Uk & Puk is niet moeilijk, maar wel doordacht. Er zijn minimaal zes thema’s per jaar. De pedagogisch medewerkers voeren bij elk thema een aantal activiteiten uit. Met deze activiteiten werken ze aan de spraak- en taalvaardigheid, sociaal-emotionele vaardigheden, motorische en zintuiglijke vaardigheden en geven de eerste rekenprikkels.

Puk is een pop; een speelkameraadje van de kinderen. Hij biedt troost en is een vriendje waarbij kinderen zich veilig voelen. Puk maakt altijd wel iets mee wat de kinderen herkennen. Hij is verkouden, hij heeft nieuwe kleren of een mooie zonnebril op. Kinderen kunnen zich identificeren met Puk. Spelenderwijs kunnen pedagogisch medewerkers reacties uitlokken, zowel verbaal als non-verbaal. Uk en Puk kent 10 vaste thema’s die zijn uitgewerkt en die wij gebruiken. Daarnaast zijn er ook mogelijkheden om eigen thema’s uit te werken. Elk jaar maken wij een nieuwe jaarplanning waarin wij onze thema’s vastleggen. De ontwikkelingsgebieden waar we aan werken bij Uk en Puk, sluiten aan bij de observatiemethode die wij gebruiken: ”zo doe ik, zo praat ik, zo beweeg ik.”

Wij hebben een format dat per thema wordt ingevuld door de twee pedagogisch medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en uitvoering van het thema. Dit zijn telkens één pedagogisch medewerker van de peutergroep en één pedagogisch medewerker van de babygroep, zodat er zowel voor de baby’s, dreumesen en de peuters een volwaardig ontwikkelingsgericht activiteitenplan ligt. Hierbij is duidelijk zichtbaar in hoeverre de spraak- en taalvaardigheid, sociaal-emotionele vaardigheden, de motorische en zintuiglijke vaardigheden en de rekenprikkels worden gestimuleerd. Elk ontwikkelingsgebied is weer onder te verdelen in verschillende vaardigheden.

Zo bevat de spraak en taalontwikkeling onder meer vaardigheden op het gebied van: 
  • Luisteren en reageren.
  • Gespreksvaardigheden.
  • Woord- en zinsbegrip.  

En de rekenprikkels kunnen wij onderverdelen in:
  • Tijdsbesef; hierbij valt te denken aan het herkennen van dagelijkse routines tot en met bijvoorbeeld de dagen van de week. 
  • Ruimtelijke oriëntatie; baby’s onderzoeken de wereld met hun mond, dreumesen herkennen lichaamsdelen, peuters kennen ruimtelijke begrippen als: voor, achter, in, op, onder.
  • Vergelijken, sorteren en ordenen; baby’s verkennen voorwerpen met mond en handen, dreumesen testen oorzaak en gevolg door bijvoorbeeld weggooien en oprapen. Peuters kennen basisvormen en basiskleuren
  • Meten en wegen; dreumesen spelen met vormen en water en zand. Peuters zijn bezig met begrippen als groter /kleiner, lang/kort, meer/minder.
  • Tellen en getallenbegrip. Deze ontwikkeling zien we pas bij peuters.

De motorische en zintuiglijke ontwikkeling kunnen wij onderverdelen in:
  • Fijne motoriek
  • Grove motoriek
  • Lichaamsbesef

De sociaal emotionele ontwikkeling kunnen wij onderverdelen in:
  • Omgaan met jezelf.
  • Omgaan met andere kinderen.
  • Omgaan met de pedagogisch medewerker.

Elk jaar stellen wij een jaarprogramma op waarin we tenminste zes thema’s uitwerken. Dit zijn thema’s uit Uk & Puk en eigen gekozen thema’s. Alle thema’s liggen dicht bij de belevingswereld van de kinderen. De kinderen en de pedagogisch medewerkers zijn ongeveer zes weken bezig met een thema. De pedagogisch medewerker doet voor, laat zien, stelt gerichte vragen en stimuleert tot actieve deelname. Op deze manier krijgen aangeboden woorden en begrippen werkelijk inhoud en betekenis.

We kijken naar wat kinderen kunnen, sluiten daarbij aan, klimmen op in moeilijkheidsgraad en stemmen af op de individuele behoefte. Hierbij is het belangrijk om zowel in de grote groep als in kleine groepjes te werken.